Direct naar de contentDirect naar de footer

Over Kasteel Terworm

Van 1917 tot 1988 was de Oranje Nassau Mijn eigenaar van het kasteel en landgoed. Het gangenstelsel van de ON I ligt onder het landgoed. Op het kasteel woonden in die periode opzichters, kunstenaars, de boswachter en de badmeester. Na de mijnsluiting stelden overheidsbestuurders en de ON voor om een grootschalig pretpark te stichten op het landgoed. De Heerlense bevolking liep deze pretparkplannen in 1983 letterlijk en figuurlijk onder de voet in een groots opgezette en breed gesteunde protestmars. De betrokkenheid van de Heerlense bevolking is ontstaan in de met veel jeugdsentiment omgeven tijd van het openluchtzwembad TerWorm. Dit bijzonder fraaie en grote openluchtzwembad lag van 1920 tot 1984 in het bos achter het kasteel. Geen pretpark, maar behoud van de natuur en cultuur was de uiteindelijke keuze van veel Heerlenaren.

Steen voor steen

Steen voor steen

Kasteel TerWorm, fraai gelegen in het dal van de Geleenbeek, werd rond 1400 gebouwd. Twee families hadden bezitsrechten op het kasteel. De familie van Gitsbach, genaamd Van der Worm en de familie Cortenbach.

Ornament
1467 - 1890

1467 - 1890

TerWorm kwam in 1467 in handen van Jan Judenkopf van Strijthagen. Nadien aan het geslacht Van Wylré. Vanaf 1738 achtereenvolgens aan de families Van der Heyden genaamd Belderbusch, Von Böselager en de Loë (1847). Kasteel TerWorm onderging zes verbouwingen in vijfhonderd jaar. De huidige verschijningsvorm van het kasteel dateert uit 1890.

Baron de Loë verbouwt met architect Fisenne uit Mheer het kasteel. Die naam Fisenne kwam voor het eerst boven water tijdens de laatste restauratie. Een ingemetselde fles werd gevonden met daarin een handgeschreven perkament met gegevens over de toenmalige bouw en de naam van de architect. De Loë bouwt in 1890 om het hele kasteel een compleet nieuwe gevel met torentje, waardoor het zijn uiterlijk in neo-renaissance stijl krijgt.

Noblesse Oblige

Noblesse Oblige

In 1902 wordt TerWorm door de baron verhuurd aan de staatsmijnen. De adellijke baronnen worden de mijnbaronnen.

Henry J. Wenckenbach wordt de eerste directeur om voor de Staat der Nederlanden een mijnexploitatie op te zetten.

Hij resideerde in Kasteel TerWorm. Maar niet voor lang. Het kasteel was slechts te bereiken via een landweg en de postdienst bleef beperkt tot één bestelling per dag.

Dat was voor een directeur-generaal te weinig. Wenckenbach en zijn staf verhuisden in 1907 naar het centrum van Heerlen. Kort daarna ontstonden voor TerWorm de eerste problemen als gevolg van opkomende mijnbouw. De artesische bronnen, die sedert 1842 de molen van water hadden voorzien, verdroogden. Verdere problemen met de mijnen leidden tot de verkoop van het hele complex aan de Oranje- Nassaumijnen (1917).

Ornament
1902 - 1987

1902 - 1987

In 1920 werd in de onderste vijver, richting Den Driesch, voor de Heerlense bevolking een openluchtzwembad ingericht. Generaties Heerlenaren zwommen en spartelden hier bij mooi weer in het water. In 1985 werd het zwembad definitief gesloten. Die zelfde Heerlense bevolking loopt in de tachtiger jaren massaal te hoop tegen de plannen van de OGON, een dochtermaatschappij van de Oranje Nassaumijnen, om van het landgoed en Kasteel TerWorm een pretpark te maken. Zij winnen de strijd om het culturele erfgoed en OGON verkoopt al zijn bezittingen. TerWorm versnippert, het verval treedt in. Tot in 1987 het landgoed met kasteel wordt gekocht door het Van der Valk concern

Restauratie

Restauratie

TerWorm vraagt om aanpassingen aan zijn nieuwe functies. Door een hoogwaardig hotel te realiseren blijft de gastheerfunctie van het kasteel behouden. Eind 1997 werd begonnen met de restauratie die in 1999 werd voltooid.

Bij de renovatie van het kasteel is geprobeerd zoveel mogelijk van het hoofdgebouw en de bijgebouwen in de oude staat te laten. Maar waar nieuw is gebouwd, is dat met opzet ook duidelijk te zien. Het nieuwe gaat hier samen met het oude. Het kasteel bevond zich in een vervallen toestand en stond precies op een breuklijn. TerWorm dreigde letterlijk uit elkaar te vallen. Daarom was het noodzakelijk eerst de kelder van het kasteel te ontgraven. Daarbij waren ex-mijnwerkers betrokken, experts op het gebied van scheuren en stutwerk. De kelder is niet alleen tussen, maar ook onder de bouwmuren ontgraven.

Daaronder zijn poeren gemetseld die rusten op stalen balken. Onder het kasteel is vervolgens een dichte zware wapening aangebracht en beton gestort. Vloeren werden opgehoogd, trappen herlegt, daken en gevels hersteld en vernieuwd, de tussengracht weer uitgegraven. De torenkamer verbouwd tot een schitterende suite. Sporen uit het verleden combineren hier met de hedendaagse luxe en comfort.

Ornament
Van der Valk

Van der Valk

Naast het Van der Valk concern, verantwoordelijk voor het leeuwendeel van de restauratiekosten, werd het project mede gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling (EFRO), het ministerie van het OC & W/ROMZ, de Provincie Limburg, de Gemeente Heerlen en de stichting Limburgse Kastelen.

Door in TerWorm een hoogwaardig hotel te realiseren maakt het kasteel weer deel uit van het dagelijks leven. Gasten kunnen een keuze maken uit 40 kamers of suites. Dertig kamers in de pachthof, tien kamers in het kasteel. Niet één kamer is hetzelfde. Zeer bijzonder zijn de Torensuites en de Poortwachtersuite, gelegen boven de toegangspoort. Opmerkelijk is zonder meer het 'Torentje van TerWorm'. Een schitterende ronde kamer, die uitnodigt tot 'ronde tafel gesprekken'. Naast deze sfeervolle kamers bevindt zich in het kasteel de receptie, bar, bistro en het restaurant. Een bezoek aan hotel-restaurant Kasteel TerWorm staat garant voor allure en niveau.